Voor de eerste wat grotere trip van het jaar staat altijd het Verenigd Koninkrijk op de planning. Zo ook dit jaar, maar dan nu alleen met Peter, omdat beide Harry's niet konden. We hadden al besloten om naar Schotland te gaan en dan met name de 2 grote eilanden aan de west kant, Skye en Mull
En zo heb ik dus voor dit jaar de overtocht vanuit IJmuiden geboekt en een globale route gemaakt. Dit jaar dus 5 dagen op de bonnefooi door Schotland.
We zijn als groepje van vier al een keer naar Edinburgh gereden met het westelijke deel door de High Lands en met Iloe heb ik een rondje NC500 gereden. Nu werd het tijd voor Skye en Mull. Maar we beginnen in Newcastle.
Met een ontbijt op de boot achter de kiezen rijden we via de kust naar het noorden. Onderweg wel de beruchte drizzle regen. Geen grote spetters, maar genoeg om mn scherm dicht te houden tijdens het rijden. Om half 1 maken we een foto-stopje bij de grens tussen Engeland en Schotland.
En bij Haddington verlaten we de A1 en gaan Ballencrief. Het Myreton Motor Museum is een beetje verscholen en we moeten een single track volgen om er te komen. We worden hier alleraardigst verwelkomd door een wat oudere vrouw die schijnbaar de hele dag in een kamertje zit te wachten op gasten. Nou denk ik dat op deze maandag het bij 2 bezoekers blijft.
Nadat we ons brief en munten geld uit de portemonee hebben geklopt (waar van veel echt oud geld was), konden we door enkele hallen van het museum lopen. Helaas was de grote motorcollectie door een nieuwe eigenaar opgehaald en moesten we het doen met enkele oude Engele motorfietsen, waaronder een gave Suzuki GT250 (2 takt 1 cilinder) en een bijzondere Sunbeam 500cc. Verder veel auto's waaronder een prachtige Bentley S1, een race Moris, een Amerikaanse Packard, een jaren 80 Rolls, en nog wat auto's. Ik zou dit niet direct meer als motor museum aanduiden, maar wel leuk als tussenstopje.
We nemen de B1377 naar het oosten om weer op de A1 te komen. De Engelse A wegen zijn wat wij kennen als N wegen. Goed geasfalteerd met duidelijke belijning.
Ik had de route en tijden niet heel goed voorbereid, want in spitsuur rijden we Edinburgh in. Door de vele stoplichten en het vele verkeer kost het best wel tijd om door de stad te ploeteren. We rijden vlak langs het kasteel en ploeteren ons weer de stad uit.
Via de Queensferry Crossing rijden we de riviermonding over naar het noorden. De A92 leidt ons verder naar Dundee. Hier vinden we een redelijk hotel waar we ook een (redelijk) hapje blijven eten.
Opzoek naar Nessie
Het is dinsdag ochtend 8 uur als we met een drizzle regen de Harley's weer de weg opsturen. Doel van deze ochtend is het Cairngorms National Park. We kunnen hier al een beetje wennen aan de wat slechtere wegen van Schotland. In Glenshee Ski Center aan de Old Military Road vlakbij Ballater stoppen we voor een koffie. Het is nog maar kwart over 11, maar het lijkt alsof we al een hele dag aan het genieten zijn. Bij het wegrijden verbaas ik me over het aanwezig zijn van een echte skipiste, die ook nog eens open is. Met opgespoten sneeuw hebben ze hier een piste aangelegd, tussen het dorre en gele gras.
Snel weer verder. Dan verschijnt ook de zon. Bij Belmoral Castle, het Schotse verblijf van de koninklijke familie, doen we een foto momentje. In het hek heeft blijkbaar een jong meisje een bosbloemen met een briefje gestopt, "Thank you for everything Queenie!".
We hebben het National Park verlaten, maar rijden het Clashindarroch Forrest in. Glooiend landschap, bossen en weilanden maken dit een prachtige omgeving om met de motor doorheen te rijden.
In Lossemouth, een havenplaatsje aan de Moray Firth, de grootste inham van de Noordzee, nemen we een lunch. Fish and Chips, omdat het kan.
Via Iverness rijden we door naar Loch Ness en maken natuurlijk wat foto's van Nessie zelf.
De lucht is blauw met hier en daar een wolkje, maar de zon schijnt dus en de temperatuur stjigt naar 17 graden. Via Beauly en Moir of Ord rijden we binnendoor naar de A835 om vervolgens af te slaan om weer iets zuid westelijk te rijden. We vinden een hotel in Locharron. In dit gebied zijn weinig hotels en B&B's te vinden, vandaar dat we nu maar een kamer hebben geaccepteerd met een 2-persoons bed.
Dit was echt een geweldige dag om te rijden. Niet alleen het weer zat mee, maar ook de omgeving, de wegen, de uitzichten, echt geweldig.
Voor de woensdag hebben we het eiland Skye op de planning staan.
We pakken de motoren echter in met een aardige storm. Het water voor het hotel golft enorm, de bomen zwiepen heen en weer en je hoort de wind gillen langs het hotel. Dat is al een mooie start.
Voordat we naar Isle of Skye gaan, maken we een foto-stopje bij het Eilean Donan Castle. Dit waarschijnlijk meest gefotografeerde kasteel van Schotlandis ook wel bekend van de James Bond film Skyfall uit 2012, en ligt op een klein eilandje in Loch Duich. De donkere wolken, de golven op het water, samen maakt dit een mooi fotoplaatje.
Skye kan je via de noordkant oprijden met een brug, met de begrijpelijke naam Skye Bridge. We voelen de wind aardig op de brug, die behoorlijk hoog gaat om ook hoge schepen doorvaart te kunnen geven. We rijden langs de kust omhoog. De planning is een rondje en dan met de veerboot aan de andere kant van het eiland er weer af. Maar bij Sligachan, een gehucht met een restaurant en hotel, doen we een koffie, maar besluiten ook om niet verder te gaan Skye op te gaan. Omkeren dus en via de brug weer terug naar het vaste land. Onderweg rijden we langs een paar edelherten (wauw), van die machtige beesten met grote geweien. Een stuk verder steken groepen (roedels) herten (hindes) de weg over, wat indrukwekkend is dat.
Met de wind aardig in de rug blazen we naar Kyle of Lachalsh om vervolgens de A97 te gaan volgen. We moeten een behoorlijk stuk omrijden, omdat we dus niet van Skye met de ferry verder konden. Het weer wordt wel beter op deze route, en de uitzichten zijn gaaf.
Voor Fort William slaan we rechts af. Vroeger werd in dit gebied veel kolen uit de mijnen gehaald en op enkele plekken zie je dit dan wel weer terug, zoals mijnkarretjes in de dorpjes. We rijden langs Loch Eil naar Glenfinnan. Hier loopt een spoorlijn die door het ruige gebied af en toe via een boogbrug over dalen en lagere gebieden moet. Bij Glenfinnan staat een bekende boogbrug of viaduct, bekend geworden van de film van Harry Potter. En dus is hier een toeristencentrum gemaakt met een grote parkeerplaats waar je voor moet betalen (? nou nee dus gewoon weer het terrein afrijden). Een leuk foto plekje, maar daarna weer snel verder.
De weg naar de ferry naar Mull is super gaaf. Dit is Schots genieten. We rijden tussen de bergen, met lochs aan alle kanten en met een mooie zon! Ik maak nog even wat mooie foto's van de omgeving, Peter is al vooruit gereden en nadat ik een stukje had gereden gaat mijn dashboard op de Ultra uit. Hierna alles weer aan, motormanagement lampje gaat banden en enkele meters verder gaat weer alles uit, nu wat langer. De motor blijft wel rijden. Maar dan gaat het dashboard echt uit en valt de motor ook uit. Oeps. Ik haal het zadel van de motor en kijk of er wellicht water ergens binnen is gekomen. Peter is inmiddels teruggekeerd. Hij heeft een goeie kruiskop schroevendraaier bij zich en daarmee zet ik de plus pool even goed strak vast (ik had eerder al gekeken of er kabels los waren of zo). Nu kwam de spanning weer op het dashboard en kon ik de motor starten, pffffff. Peter had al gezien dat er een hotel net voorbij de aanmeerplaats voor de ferry was.
In het gehucht Lochaline hebben we nog een kamer in het lokale hotelletje Lochaline, dat is dus goed geregeld. Een alleraardigst Engels stel heeft dit hotel een jaar geleden gekocht en met veel enthousiasme zijn zij onze hotelier voor vandaag. In het eetgedeelte mogen we meegenieten van een Italiaanse pasta die de baas zelf heeft gemaakt. We laten dit samen gaan met een lokaal koud biertje. Ook het toetje, stikiechocoladetoffee met warme vanille griesmeelpudding, is om te smullen. Peter vraagt zelfs heel brutaal een 2e portie van de Italiaanse pasta.
Ilse of Mull
Ons hotelletje staat dus om de hoek bij de veerboot naar het eiland Mull. Om half 8 ontbijt en om kwart voor 9 rijden we de Harley's de ferry op. Ik had nog even de polen van de accu verder vastgedraaid, dus ook de min-pool, hopen dat het zo goed blijft. De boot is redelijk snel op het eiland Mull. Mull is het 2e grote eiland, na Isle of Skye, van de Binnen-Hebriden.
Op Mull zijn de wegen slecht, voornamelijk single track en passeerplaatsen en vinden we veel schapen op de weg. Dus af en toe flink in de remmen om een aanrijding met zo een harig beest te voorkomen. Ook zien we een groepje Schotse Highlanders. Zeer indrukwekkende beesten.
Het eiland Mull is het Schotland in het klein
We maken een rondje, maar onderweg kijk ik naar hoeveel kilometer ik nog kan rijden op de tank en hoe ver het volgende tankstation op de route is. Hmmm 90 om 120 kilometer, dat is niet handig. Peter zou het net kunnen halen zegt hij. We besluiten dus om verder te rijden. Op de single track moeten we een uitwijken voor een tegenligger. Ik kijk om en zie Peter met zijn Ultra op z'n zij liggen. Die kon de motor niet houden toen hij opzij ging voor de tegenligger, de motor lag redelijk goed en stond daarom ook weer snel rechtop. En omdat ik met mijn motor teruggereden ben, zag ik dat het tanksstation nu op 30 kilometer afstand was, dus gaan we de weg weer terug rijden naar het dorpje met het tankstation. Dat we terugrijden over deze weg is geen straf, want het water is nu aan de linkerkant en het uitzicht blijft geweldig. We gooien onze tanks van de Harley-Davidson toerbuffels vol en zoeken een restaurantje voor een lunch. We komen uit in Craignure, daar is ook de ferry die ons van Mull kan halen. We staan eerst in de rij voor de ferry, maar denken dat we wellicht eerst iets kunnen gaan eten. Daardoor missen we de veerboot en moeten nu wachten tot 5 uur. Oeps foutje. We gaan daarom nog maar een stukje rijden. Door het benzine tekort op de eerste ronde hadden we het uitzichpunt 3 Lochs gemist, dus stel ik mijn navi zo in dat we die nu even gaan bekijken. We rijden de bergen/heuvels in, diverse meren die ze lochs noemen en een stuk verder staan we op een mooi punt waar we 3 lochs op een rij zien, een foto momentje dus.
Nun terug naar de boot, we kopen een kaartje en gaan maar rustig wachten tot we de ferry op kunnen. Deze brengt ons naar de overkant, naar Oban. Oban ken ik van mijn vorige reis, met name de Oban Distileerderij was erg leuk. Ik had via Booking een hotel aan de haven gevonden en geboekt.
We vinden een leuk lokaal restaurant waar we een bier en het eten bestellen. Ik kies weer voor Fish and Chops en deze smaakte erg goed. We babbelen wat met het stel wat naast ons zit, Amerikanen die voor een weekje in Schotland zijn.
De terugweg naar Newcastle
Onze laatste dag is dus voor de terugweg van Oban naar Newcastle. Na het ontbijt kiezen we het ruime sop, oh nee de wegen door de Highlands. Via de A85 rijden we naar Sterling. Wederom genieten we van het prachtige landschap. In de buurt van Glenogle zie ik gaaf viaduct in de heuvels, het Glen Ogle Viaduct. Snel maak ik al rijdend een foto. Dit viaduct was gebouwd in 1870 en in gebruik genomen voor de spoorlijn van de voormalige Callander and Oban Railway.
Ik kies voor de snelweg om Edinburgh links te laten leggen. We komen nog wel in een stuk file. Na een halfuur ploeteren in die file, nemen we de afslag en rijden de A68 op richting Newcastle. Onderweg af en toe een drup regen en af en toe laat de zon zich even zien.
We zijn om 3 uur bij de boot en kunnen eigenlijk direct de boot op. Onze hut is wat kleiner en heeft een stapelbed, waar we dus op de heenvaart 2 bedden aan beide kanten van de hut hadden. En omdat Peter toch vaak 's nachts z'n bed uit moet, kruip ik op het bovenste bed. Na wat eten en een biertje is het dus tijd om te slapen.
De overtocht is een beetje ruw en 's morgens zien we verbazend veel mensen met witte gezichten en zakjes in hun hand. Ook blijven we ons deze ochtend verwonderen hoe de Engelsen zich kleden .......
We halen de spanbanden los van de motoren en pakken alles in. Nog even geduld, want we staan op een hoger gelegen plaform. Dan mogen we de boot af, het is weer rechts rijden en bij Heemskerk zwaai ik Peter uit en rij ik nog even door naar WCM om naar de foutcodes van de motor te laten kijken. Deze bleken dus inderdaad gerelateerd te zijn geweest aan de spanningsproblemen. Ik bestel ook maar gelijk een nieuw voorbandje, want die is door het schuurpapier van de Engelse en Schotse wegen aardig gesleten.
Het was een super week en nu tijd om de motor te wassen.
De ODO meter van mijn Ultra staat inmiddels op 136 duizend kilometer. Dit rit zelf afgelopen week was iets minder dan 1850 kilometer, wat neerkomt op een gemiddelde van 300 kilometer per dag.
De route
De spotwalla link van onze rit:
Spotwalla Schotland 2023
Een greep uit de vele foto's gemaakt tijdens de 5-daagse trip: