Dit jaar gaat de grote motorvakantie naar de Pyreneeën. Het idee is om van de westkant naar de oostkant te rijden over en langs de highlights in de Franse en Spaanse bergketen. Mijn route die ik vooraf had gemaakt gaat mij via die highlights leiden, verder niets gepland, dus het zou letterlijk een avontuur gaan worden.


Heenweg

Château
Château de Montreuil-Bellay

De eerste 3 dagen staan in het teken van de heenweg. Waarbij ik de eerste 2 nachten op vrije kampeerplekken zou gaan staan. De eerste nacht is dat niet gelukt, ook een wildkampeer plek was geen succes, dus een plekje gevonden op een camping. De 2e dag stond in het teken van een bezoek aan een super gaaf motor museum, als ook een kleiner motormuseum. Een apart verslag kan je HIER vinden. Maar het begon in Le Mans, hier werd het circuit al opgebouwd voor het weekend hierna, voor de traditionele 24 uurs van Le Mans, leuk om te zien en zeker een bezoekje waard als het weer feest is in Le Mans. Onderweg kom ik nog wel prachtige dorpen met echte kastelen tegen. Echte foto momentjes.

De 2e nacht was langs een meertje, geen camping of zo, gewoon tentje neerzetten, alles netjes houden en schoon achter laten. Wat wel lekker was om na een warme dag even te zwemmen.

In Muelle zit om de hoek van een pleintje een klein mooi en bijzonder motor museum over het motor merk Monet et Goyon. Ik had eigenlijk net te kort tijd om hier rustig door heen te lopen. Dan rij ik door naar Gensac-la-Pallue, ook deze had ik opgenomen in mijn route. Dit museum was echter wel iets heel speciaals. Meer dan 200 unieke motoren stonden in grote hal en in de aanleunende hal nog enkele en in de werkplaats werd nog een MV Agusta opgebouwd. Echt wauw.

Monet et Goyon Museum in Gensac-la-Pallue

Hierna kwamen de bergen van de Pyreneeën in beeld. Het begint een “rustig” met een pas van 602 meter, de Otxondo, hierna volgde de Uitzi van 802 meter. Ik zit dan al dik in de Spaanse bergen. De volgende high light zou de Zadel bij Arkiskil, San Miguel de Aralar, worden, een top van 1231 meter maar het uitzicht was nul komma nul. De weg naar beneden gaf af en toe wel mooie vergezichten. De overnachting deed ik in een hotel in Pamplona.


In deze 3 dagen 1764 kilometer afgelegd, met een hoogste snelheid van 152 km/u, en een gemiddelde snelheid van 66 km/u. Het hoogste punt in deze 3 dagen was 1248 meter, met een maximale helling van 16o en 12o daling.


 

De Pyreneeën

Ik zat natuurlijk al in de Pyreneeën, de eerste slinger was van Frankrijk Spanje in. Op de 4e dag ga ik van Pamplona Spanje met prachtig weer naar de Franse kant, via de zalige slingerwegen met links en rechts prachtige groene bergen. De eerste echte dag in de bergen is aan de Franse kant nog in mist en wolken gehuld, maar dat maakt de wegen niet minder mooi. Wel oppassen met veel poep van loslopende schapen, geiten en paarden hier op de bergen. Een mooie eerste col is de Col de Bagargui op 1327 meter. Er zullen nog vele mooie toppen volgen.

De volgende is bij Fanlo, resultaat: prachtig uitzicht door de bergketen. De Pyreneeën hier laat een ruig en piekerig gebergte zien. Spectaculaire spelonken, spleten en scheuren in de bergketen. Wat veel wandelaars, hikers en klauteraars oplevert, maar gelukkig op het moment dat ik hier doorheen rij weinig verkeer.

Hier zie ik ook mijn eerste gieren in het wild. Wat prachtig om die vliegende beesten met hun max 2,5 meter spanwijdte hun rondjes zien draaien in de lucht.

De wegen zijn hier in principe goed, maar je moet echt uitkijken voor de plekken met poep op de weg, gewoon in de bocht of op de rechte stukken. De beesten zelf blijven gelukkig nog aardig op het groene.

De wegen zijn redelijk rustig, af en toe een camper, toch nog wel wat fietsers die de colletjes willen beklimmen en een enkele motorrijder. Bij Frontera del Portalet rij ik Spanje weer in. En direct is het blauwe lucht en enkele graden warmer.

De 2e volledige dag in de Pyreneeën  laat nu aan beide kanten van de bergen mooi weer zien. Spectaculaire bergen, prachtige pieken, mooie wegen en leuke dorpjes.

 

In mijn route had ik ook een bijzonder loop opgenomen. In het Ordesa y Monte Perdido National Park, nog steeds in de provincie Huesca in het Spaanse gedeelte van de Pyreneeën, is een bijzondere weg. De HU-631 splitst zich namelijk, omdat 1 gedeelte een éénrichtingsweg is. Dit weggetje is zo smal dat je er inderdaad maar met 1 auto kan rijden, maar je rijdt dan wel door een prachtige kloof met rotsen, bomen en groene struiken om je heen en een riviertje naast je. Aan het einde van deze weg keer ik om, want ik wil de andere weg natuurlijk ook even rijden. Dus rij rij ik de HU-631 weer richting het westen om hierna weer de Carretara de Buerba op te gaan om die weg nog een keer te beleven. Geweldig genieten zo.

En dan weer de grens over Frankrijk in. Hier rij ik nog even de Pic de Néouvielle op. Een gebiedje bij enkele meren, ideaal voor wandelaars, maar ook mooi om hier naar toe te rijden. Ik had dit niet in de mijn route opgenomen, maar al rijdend zie je af en toe bordjes, mooie pieken of krijg je wat te horen van andere motorrijders. Hierna kom ik op een prachtige motor route, de D929 van Oredon naar beneden (naar boven zal ook prachtig zijn), dit levert ook een prachtige foto van de weg naar beneden. Ik maak nog even een ander rondje richting Lourdes, maar dat was zo druk dat ik snel doorgereden ben. Op het moment dat het een beetje gaat miezeren zoek ik een camping op voor mijn tentje.

Natuurlijk hoort de Col du Tourmalet ook op mijn lijstje te staan, dus al vroeg in de ochtend rij ik met prachtig weer de berg op. De Tourmalet is natuurlijk bekend van de Tour de France, en is met een hoogte van 2115 meter en een stijging van 11% voor de gemiddelde fietser een aardig beklimming. Met mijn Ultra heb ik hier natuurlijk geen moeite mee en al schrapend met mijn floor-boards over de grond ram ik de Harley toer motor door de bochten en knal omhoog. Het leuke is dat je op de col ook nog een stukje hoger kan, naar het restaurantje l’Etape du Berger dat op 2146 meter ligt en een lekkere espresso schenkt. Ook het uitzicht vanaf deze plek ik prachtig. Terwijl ik weer naar mijn motor loopt, rijdt er een Indian met zijspan, nieuw model, maar prachtig opgebouwd als authentiek model, de parkeerplek op. Ook prachtig.

 

Vervolgens gaat de weg weer Spanje in en rij ik een stuk het binnenland in omdat ik de volgende dag graag naar motormuseum wilde gaan, maar mbt tijd toch doorgereden. Het landschap van de uitlopers van de Pyreneeën is een stukje saaier hier, maar het weer is prachtig. Vervolgens rij ik Andorra in. Omdat ik toch wel een hoog tempo heb deze dagen en ook lange dagen heb gemaakt, maak ik er deze dag een iets kortere dag van, rij de camping op, zet mijn tentje op en doe even rustig aan. Maar natuurlijk kriebelde het, kon ik niet stil blijven zitten met mijn leesboek, maar moest ik er even op uit, dus op bezoek bij het Nationaal Auto Museum van Andorra. En daarna het rondje over de Coll d’Ordino Andorra met een hoogte van 1980 meter een best wel leuke pas met een leuk uitzicht op het stadje Carillo aan de ene kant en Andorra la Vella aan de andere kant.

De volgende dag rij ik Andorra uit aan de Franse kant en rij richting een aparte enclave, een Spaanse stukje land omringt door Frans grondgebied. Hierna toch weer Spanje in en via een mooie weg rij ik weer Frankrijk in. Letterlijk over de grens slingeren. Bij Coustouges rij ik weer van Frankrijk naar Spanje. Het idee was dan om via La Vajol in Spanje via de pas richting de Franse Coll de Miralles kon rijden, maar letterlijk de rotonde en de weg na de grens was opgebroken naar Frankrijk en kon ik daar niet verder en moest dus terug. Even een d-tour maken met een snoeiharde zon een foto momentje pakken in Céret, waar een prachtig kasteel staat, letterlijk een mooi foto moment.

 

De terugweg

De route terug had ik in het geheel niet voorbereid, dus gewoon de navigatie laten rekenen, opties als snelweg ontwijken op aan en kronkelroute ook maar even aangezet. Parallel aan de A9 rij ik nu naar het noorden door het wat lager liggende gebergte. Bij Narbonne kruis ik de snelweg en rij langs de meren die weer grenzen aan de Middellandse zee.

De Languedoc laat me positief verrassen. Mooie slingerwegen waar wederom geen 100 meter recht is. Onderweg vind ik een leuke en kleine camping, aan een stromend riviertje wat toch ook wel rustgevend was ’s nachts. Hierna volgt de weg zich door Dourbie, een prachtig ruig berg gebied, waar op bijzondere plekken dorpjes met kerken en kastelen gebouwd zijn. Prachtig om te zien. De rotsen kleuren hier van rood via donkerbruin naar geel en er om heen is alles groen. De zon met de blauwe lucht maakt het plaatje compleet.

Mijn laatste nacht in Frankrijk doe ik op de camping van Kees, Les Roulettes du Travers. Tentje opgezet, bijpraten met een paar kouwe biertjes en ’s avonds aanschuiven aan de grote tafel voor het avond eten met 2 andere gasten die net aangekomen waren met hun BSA motor in een busje.

 

De route gaat richting Luxemburg en onderweg rij ik langs een paar menhirs van heel lang geleden. Ook het uitstapje naar het monument ter ere en nagedachtenis aan Charles de Gaule was grappig. Resten ter nagedachtenis van de 1e wereldoorlog en ook de 2e wereldoorlog staan op diverse pleintjes bij deze noord Franse dorpen. Ik maak het mezelf nog even lastig en ook spannend door als doel te hebben om mijn motor in Luxemburg vol te tanken. En met letterlijk minder dan 1 liter in de tank rij ik een tankstation net op de grens binnen. Mijn ene laatste overnachting van deze trip doe ik dan ook in Luxemburg.

In Habay zit nog een motormuseum wat ik wil bezoeken, maar helaas is het dicht en ook na contact met de eigenaar of beheerder van de facebook pagina en telefonisch contact zie ik helaas geen activiteit zodat ik door het museum kan wandelen. Dus na wat foto’s door het ruit rij ik verder. Via het hoogste punt van België in de Ardennen, Botrange, rij ik richting Limburg. In Weert vind ik mijn laatste overnachting van deze trip.

De kroon op deze trip is denk ik nog het bezoek aan het Norton Museum in Best. Met een persoonlijke rondleiding van Albert van der Heijden door zijn ouderlijk huis met zijn verzameling van 50 motoren en 40 Norton’s. En tussen de, soms enkele unieke en waardevolle, motoren staan diverse onderdelen, zoals complete motorblokken, frames, en nog meer spullen om van te smullen. En door de verhalen van Albert die echt bij elke motor exact weet waar deze vandaan komt, de losse onderdelen, waarom die specifieke cilinder met dat gat erin daarin ligt, maakt dit museum tot een waar paradijs. Elke zaterdag open, of op afspraak en een sponsorprijsje van 5 euro.


5653 kilometer in 14 dagen
2407 max hoogte en 21o maximale stijging en daling


Na deze mooie ontmoeting met deze speciale man met zijn motoren en verhalen rij ik verder naar het noorden, verder naar huis. Na 5653 kilometer staat de Harley-Davidson FLHTK Ultra Limited achter in de tuin, voor een poetsbeurtje.

 

 

Hieronder de foto gallerij.

 

 

MichielsHarley

de Harley rijder