Een maal per jaar, de 2e zondag van juli, is er een bijzonder treffen op de hoogst begaanbare weg in Europa, de Stella Alpina Rally op de Col du Sommeiller, en ik was er dit jaar bij!
Vrijdag einde dag rij ik mijn Pan America het Franse dorpje Valloire in. Tot aan Saint-Michel-de-Marienne heb ik de snelwegen gereden. In het dorpje doe ik een stopje voor een hapje eten en hierna kies ik de D902, een mooie slingerweg de bergen in, daar was ik wel even aan toe. Ik kom onderweg de eerste pas tegen, de Col du Télegraphe. In Valloire, een echt Frans bergdorpje, zie ik aan een pleintje naast de kerk een hotel, inmiddels is het bijna half 10 geweest en na 1200 kilometer ben ik wel toe aan een beetje nachtrust. Na een biertje duik ik mijn bed in.
Zaterdag. De planning is om vandaag op basecamp te komen op de Col du Sommeiller, maar eerst dus nog even genieten van de passen onderweg. Langs de weg nog even een fotomomentje bij een beeldentuin met prachtige beelden gemaakt met en van stro. Wakker worden op de Galibier (2642 meter) is super, een zonnetje die over de toppen over de kronkelwegen gaat schijnen en de Pan America die grommend door de bochten en over de berg knalt. Onderweg kom ik op 1762 meter langs de Col de l’Echelle, prachtig door het bos met een prachtige weg. Via de D1 rij ik van Frankrijk over de Pian del Colle Italië in naar Bardonecchia. Hier geniet ik in de ochtend zon van een espresso met een croissantje.
Voordat ik naar basecamp ga rijden, wil ik op zoek naar de ruines van Jafferau, maar halverwege kom ik niet verder op de route, het is op dat moment al een aardige oefening voor het offroad rijden en dat met volle bepakking op de Pan America. Met de 3 delige kofferset en de duffel bag met tent spullen is het al met al een beste motorcombinatie.
Dan wordt het tijd om de Sommeiller op te rijden, richting basecamp. Het eerste stuk is gewoon asfalt en bij Rochemolles gaat de weg over in de offroad weg, gravel en zand. Hier kom nog meer motorrijders tegen, die ook weer afdalen. Maar ook 4x4 auto’s, gewone auto’s en zelfs fietsers. Halverwege kom ik de eerste groep tenten tegen, maar ik zie het restaurantje niet, dus rij gewoon maar door. De weg maakt een bocht en op dat moment zie ik iets lager bij het meertje al tenten staan, ook zie ik het restaurantje Rifugio Scarfiotti, dus daar moet ik zijn. Dit is Grangia du Fond of Pian du Fond wat ik basecamp noem.
Na een relatief korte trip van 120 kilometer, parkeer ik de PanAm. Ik zoek een plek waar ik mijn tent kan opzetten en tegelijk kom ik 2 Nederlanders tegen op Yamaha XTs. Een van de mannen, Richard, had ik al gesproken op Facebook, dus herkenning op deze hoogte van 2600 meter. We zetten onze tenten op, waarbij ik al snel zie dat ik best wel een grote tent heb en dat dit ook wel wat werk vergt om op te zetten, zeker op deze hoogte. Maar later op de dag zou ik juist heel blij zijn met mijn grote tent.
Nadat mijn tent staat en de spullen verder uitgepakt, doe ik een loopje over het terrein. Geweldig om te zien hoeveel verschillende motorfietsen hier zijn, veel BMW GSen en Yamaha Tenere, maar ook een frazer, een MV Agusta (!), R1, als ook een Honda Goldwing en ook een hoop trial motoren. De tentjes variëren van een half persoon, tot ruime 4 persoonstenten en veelal door Italianen opgezette kampementen.
Vanwege de zon, smeer ik me ook in met anti-zonnebrand, drink genoeg drinken en neem ook mijn rust momenten. Ook pak ik toch nog even de Pan America en rij nog even naar het dorp, om hier extra drinken in te slaan. Doordat de motor nu een stuk lichter is, doordat ik de koffers en tent achter gelaten heb, rij ik nog soepeler over de weg naar beneden en daarna weer terug de berg op over dit lekkere offroad pad. Mooie opwarmer voor de zondag.
Terug bij de tent is het tijd om weer de relax stand op te zoeken, languit in mijn meegebrachte camping stoel en de benen op het andere krukje. Watertje in de ene hand en koekje in de andere.
Rond 6 uur warm ik mijn avond eten op en peuzel deze lekker op. Mijn directe buren zijn inmiddels Italianen en die maken best wel wat lawaai, maar ook gezellig.
Na mijn avondmaaltje loop ik weer over het basecamp, bekijk de vele verschillende motorfietsen, de tenten en mensen. Ik haak aan bij een groepje Nederlandse vrienden waar er 2 al een paar keer op de Stella Alpina zijn geweest en andere gelijk aan mezelf voor het eerst hier zijn. Bij het restaurantje zijn 2 lokalen aan het “zingen” met wat muziek. Ook het biertje is hier aanwezig en smaakt lekker. Rond half 9 kijken we motorenthousiastelingen naar de nieuwe Harley Davidson Pan America. De enige in het grote veld van motoren hier, niet de enige Harley, daar staan er nog 2 van. En dan begint het te spetteren, van een enkele druppel tot het moment dat het echt heel hard aan het regenen is. Inmiddels zit ik in mijn tentje, zorg dat de spullen uit de voortent door liggen en kruip mijn slaapzak in. De hard regenval duurt tot zeker een uur of 4 en de temperatuur zakt tot 2 graden.
Col de Sommeiller is de hoogst te bereiken pas in de Alpen
Ik heb wel kunnen slapen, al waren het korte momenten, af en toe wakker door de regen en ook door de kou. Maar om 7 uur kruip ik uit mijn tentje, uitstrekken, basecamp rond kijken en water op zetten voor mijn koffie. De zelfgemaakte espresso koffie smaakt goed en zo is het lekker wakker worden op de dag van de Rally.
Het is nog fris en de zon komt langzaam over de top van de berg om zo het dal te gaan opwarmen. Tijdens mijn loopje over het terrein kom ik leuke, aparte en rare situaties tegen, waaronder een van de Nederlanders uit een andere groep die een ochtend duik maakt in het meertje. Lijkt me wel heel koud deze ochtend. Rond half 9 komt de zon al aardig richting mijn tent en ondertussen ben ik bezig om alles op te ruimen en in de koffers te pakken.
Om kwart over 9 stap ik op mijn Pan America, klaar voor het bedwingen van de Col de Sommeiller. Het eerste stuk is heel goed te doen, grove gravel en wat kuilen en gaten. Redelijk rap sta ik halverwege om mijn pin van de Rally te kopen, kan die maar beter binnen hebben. Inmiddels maakt de zon het ook op deze hoogte best wel warm, dus ik neem ook even een korte pauze.
Hierna weer verder. Een stukje verder rij ik langs een muur van 2,5 meter sneeuw! De week ervoor was dit nog geheel geblokkeerd en hebben vrijwilligers met een kraan de weg weer een stuk vrij kunnen maken. Het maakt een prachtig foto momentje. Maar dan, een bijna om de hoek van de sneeuwberg, kom ik een stuk modder tegen. Hiervoor staan enkele motorrijders een beetje vertwijfelt te kijken. Ik rij verder. Zie voor me een viertal sporen door een dikke laag modder. En kies, hoe stom, om tussen de sporen verder te rijden. Big mistake! Ik kom tot aan de assen van de Harley vast te zitten in de modder. Shoot. Ik probeer de Pan America eruit te rijden, hierna probeer ik de motor op te tillen om uit de modder te komen. De zon brandt hard en het is echt warm, alleen lukt het mij niet, dus hulp vragen. Er komen een paar andere motorrijders aanlopen en samen krijgen we de motor los en uit de modder. Mijn dank naar de mannen is groot en nadat ik bij gekomen ben ga ik toch verder omhoog de berg verder op. 20 minuten later, al lijkt het veel langer, sta ik boven op de Sommeiller, de hoogst bereidbare weg in Europa. Gaaf! 3009 meter hoog. Wat een super gaaf gevoel.
Nadat ik wat rondgekeken heb, een praatje heb gemaakt met andere motorrijders, foto’s heb gemaakt en ook bijgekomen, stap ik weer op de motor en begin met de terug rit naar beneden.
Ook dit is een super rit. Er blijven motorrijders naar boven komen, ook enkele auto’s rijden tussen de motoren de berg op, als ook een enkele quad. Het stuk modder rij ik nu met de kennis van de heenweg goed doorheen. Onderweg krijg ik de grote grijns niet van mijn gezicht! Een uur later sta ik weer in basecamp, bij mijn tent, met een Pan America die onder de modder, zand en stof zit, prachtig!
Top hoogte 3009 meter en de maximale helling vandaag was 23 graden
Nog even wat technische gegevens van de Col de Sommeiller: totale hoogte van de punt van de Sommeiller ligt op 3050 meter. Er ligt nog een laatste deel van een oude gletsjer, die helaas in rap tempo verdwijnt. Om deze reden is de oude skiberg ook gesloten. De weg naar boven heeft een hoogte verschil van ruim 1740 meter en heeft over een lengte van 26 kilometer 47 haarspelbochten over een echt off-road pad en eigenlijk alleen begaanbaar voor en door 4x4 wagens en goed uitgeruste off-road motoren.
Na wat drinken, bijkomen en nog een praatje met mijn Italiaanse buren, is het tijd om de buiten tent ook in te pakken en alles op de motor te binden. Ik daal weer naar beneden, van basecamp Pian du Fond naar Bardonecchia. Ik draai via het zuiden en de SS24 door Italië na Venaus om daar de SS25 te kiezen richting het noorden, weer richting Frankrijk. Hier rij ik over de Monte Centis langs het meer van Centis. Deze weg kronkelt prachtig door de bergen en geeft af en toe spectaculaire uitzichten. Ik zit nu echt in het skigebied van de Franse Alpen, het ruige Italiaanse deel laat ik achter me, ik rij Val-d’Isère en langs het meer van Chevril richting Tignes. In de verte zie ik de toppen van het Mont Blanc. En het wordt tijd voor een overnachting, geen tentje vannacht of hangmat, maar gewoon de keuze voor een hotel. In de bergen boven Albertville vind ik een hotel met een restaurant om te eten en slapen.
Dit was een bijzondere dag: wakker worden in een tentje op een hoogvlakte, een prachtige offroad trip de berg op en af, een top van boven de 3 kilometer, stijging van 23 graden en daling van zelfs 26 graden en dat maar over een afstand van iets meer dan 240 kilometer.
Ik stap om uur de Harley richting het noorden, waarbij de weg nog heel rustig is en daardoor kan ik op het moment dat de vtwin warm is, lekker de motor laten brullen. Het eerste pasje is de Col des Aravis, op net geen 1500 meter boven zee niveau. Vervolgens draai ik naar rechts de Col des Annes op. Niet een pas, maar een bergtop die populair is bij wandelaars. De bereikbare top ligt op 1721 meter en ik laat me op dat punt verrassen door het mooie uitzicht. Ik draai de motor weer om en daal via een weg met gaten en kuilen weer terug naar de doorgaande weg. Wederom laat het Showa veersysteem zijn goeie werk doen en “glij” ik als het ware over de weg. Hierna het systeem weer in stand Sport en gas op de lollie. Ik kies een mooie gravel weg over de mont Lachat de Châtillon. Hier moet ik ook even wachten op wat koeien die van de boerderij oversteken naar het weiland. De klok geen net half 9 aan, ook de dames mogen wakker worden in de ochtend zon.
Om 10 uur ’s morgens rij ik de Colombiere op. Omdat mijn navigatie af en toe aardig in de war is, maak ik af en toe rare omwegen, maar dat neemt niet weg dat deze wegen super zijn om te rijden en de Pan America doet dit op een zeer hoog niveau.
Na Bonneville in Frankrijk rij ik Zwitserland in, dwars door Geneve en langs het meer om vervolgens bij Nyon weer de bergen in te rijden. Hier heb ik enkele jaren geleden ook gereden en het blijft gewoon prachtig. Ik blijf nu wel op de doorgaande N5 weg en maak wat kilometers en zij rij ik Frankrijk weer in.
Hier pak ik wel de snelweg weer om het laatste stukje weer het binnenland in te rijden. Na bijna 11 uur rijden en ruim 500 kilometer parkeer ik de motor bij een hotel langs de weg. De spulletjes voor de nacht zet ik op de kamer, ik neem een biertje en bestel een speciale hamburger met frietjes als avond eten. Moe en voldaan van deze dagen val ik in een diepe slaap.
De dinsdag is al gestart met regen. Snel de spullen in de koffers op de motor stoppen, starten en rijden. Hier ging mijn navigatie weer een loopje met mij nemen. Omdat ik de route van de gehele terugweg weer aanzet, wil hij zonder dat ik het even doorhad terug naar het begin punt, dus terug naar bascamp in Bardonecchia op de Sommeiller. Toen ik daar achter kwam dus direct maar even omdraaien en de juiste route oppakken. De regen wordt nu heftiger en op de snelweg moet ik af en toe ook goed opletten op de andere bestuurders. Mijn route gaat door Luxemburg, dus nog even goedkoper tanken en zo door naar Luik en dan naar Maastricht en Nederland weer in. De regen blijft komen, maar mijn regenjas houdt het aardig tegen en de Rev’It broek houdt alles tegen. Pas bij Eindhoven wordt het droog en na Den Bosch kan ik pas mijn regenjas uittrekken. Om half 7 ’s avonds parkeer ik de Harley-Davidson Pan America Special in de achtertuin. Moe en helemaal voldaan plof ik op de bank.
Totaal 2850 kilometer gereden. Het hoogste punt was 3009 meter. De grootste stijging was 23 graden en grootste daling 26 graden.
Wikipedia
De Col de Sommeiller (Italiaans: Colle del Sommeiller) is een bergpas in de Cottische Alpen op de Frans-Italiaanse grens. Het is de hoogste, met de auto (uitsluitend 4x4) te bereiken, bergpas van de Alpen. De Col de Sommeiller ligt ingebed tussen de Punta Sommeiller (3332 m) en Rognosa d'Etiache (3384 m). De pas is vernoemd naar Germain Sommeiller, de ingenieur die in 1857 de bouw van de Fréjus treintunnel leidde.
De weg werd geopend in 1962. In de jaren daarop werden de ski-installaties op de pashoogte in gebruik genomen. Deze werden in 1980 weer gesloten door het terugtrekken van de Sommeillergletscher en de constante problemen met de berijbaarheid van de toegangsroute.
Het bergzadel is alleen vanuit het Italiaanse Bardonecchia via een smalle weg door het Valle Rochemolles te bereiken. Deze is tot de berghut Rifugio Camillo Scarfiotti (2156 m) in redelijke staat en voor de meeste voertuigen berijdbaar. Na het passeren van de berghut moeten over een afstand van 9 kilometer ruim 800 hoogtemeters overwonnen worden. Dit deel van de route, met een zwaar gehavend wegdek, voert met vele haarspeldbochten omhoog en is alleen geschikt voor terreinwagens en motoren. Het wegdek wordt jaarlijks door de motorclub Stella Alpina sneeuwvrij gemaakt en hersteld. Op de pashoogte ligt een klein bergmeer. Vanaf de Franse zijde is de Col de Sommeiller voor voertuigen onbereikbaar. De pas is tussen juli en september altijd te berijden, maar in de zomermaanden is hij gesloten op vrijdag, zaterdag en zondag.