Mijn dagen in Italië zitten er op, tijd voor de terugreis. Maar de zondag is nog echt een dag om te genieten. Mijn reisverslag:

Na enkele super dagen in Italië, met als afsluiter de Ride 2 Eat bijeenkomst gisteren, is het nu zondag en tijd om richting huis te rijden. Alles is weer op de motor gepakt. Het is nog donker want de klok geeft net kwart over 6 aan. Wederom in het donker, gelijk aan de zaterdagochtend rit, rij ik in het donker Cuneo uit.
Het is eerste stuk is saai, richting het noorden richting Turijn of Torino zoals de Italianen het zelf schrijven. Ik heb mijn eerste waypoint op de grens Italië-Frankrijk gezet en aan Calimoto gevraagd om te kronkelen, dus de grote wegen vermijden. Bij Avigliana ga ik de SP24 op, die loopt parallel aan de tolweg, de A32. De zon komt inmiddels op en ik geniet van de omgeving, de dorpen waar doorheen rij en de bergen. De espresso pak ik bij een klein koffiebarretje onderweg en met de smaak van koffie in mijn mond rij ik verder. 
Bij Giaglione blijf ik de SP125 volgen. De bordjes onderweg die aangeven dat de Col du Mont Cenis open is wordt ik wel blij van, want dat betekent dat ik en op de goeie weg zit richting een bergtop en dat de weg open is. Ik rij nu wel hoger de bergen in en de wolken hangen laag, dus daalt ook de temperatuur in rap tempo. Ben ik dus weer blij dat ik mijn verwarmde vest aan heb. 
Om 9 uur sta ik op de grens en rij Frankrijk in. De weg aan de Italiaanse kant is karakteristiek voor deze wegen in de bergen, witte paaltjes aan de zijkant en strak slingerend naar boven (of naar beneden als je van de andere kant komt).

De Mont Cenis en de pas over deze berg zijn onderdeel van het Mont-Cenismassief in de Franse Alpen. Vermoedelijk heeft Hannibal met zijn olifanten deze route gebruikt om Rome vanuit het noorden aan te vallen. Iets zuidelijker ligt de nieuwe doorgaande route voor het verkeer, namelijk de Fréjus tunnel.
De weg is redelijk aan de Franse kant en stijgt nog steeds verder omhoog. Inmiddels heb ik het wolken dek aan de Italiaanse kant gelaten en rij met een strak blauwe lucht verder. Ik rijd het hoogste punt van Cenis over, de hoogte meter laat 2140 meter noteren. De temperatuur is wel verder gezakt en regelmatig geeft de Pan America een waarschuwing dat de temperatuur laag is. Ik zie waarden van 3 en 2 graden. Als ik enkele bochten naar beneden verder rij wordt het wegdek wit, waar het gras aan de zijkanten al wit van de vorst was, dus nu ook delen op de weg. Ook begint het een klein beetje te sneeuwen, het winterseizoen kan hier vroeg beginnen. De pas schijnt 6 maanden gesloten te kunnen zijn. Ik rij voorzichtig verder en af toe voel ik ook de Pan even glijden. Koppie erbij houden dus.
De kleuren in de bomen zijn ook hier mooi, goudgeel, strepen groen en bruin. Wel veel naalden op de weg wat het af en toe een beetje spannend maakt op 2 wielen. Na het stuk wit van de vorst dus nu goudgeel van de naalden. Pffff zo krijg ik het wel warm ja.

In Val Cenis stop ik even bij het standbeeld van Hannibal met zijn olifant. Deze ligt aan de route de Napoléon Bonaparte. Want dankzij Napoléon is de pas over de Col du Cenis zo geworden. 

Het is kwart over 10 als ik bij Vourneaux kies voor de A43, de Franse tolweg richting Chambéry. Om Lyon heen en de A6 op. Snelweg dus en tolwegen. Het is 7 uur als ik in Luxemburg getankt heb en op zoek ben naar een hotel, wat te betalen is. Dat is lastig en ga dus uitwijken naar België. Ik dacht dat een Van der Valk hotel redelijke prijzen had, maar zij werken dus met dag prijzen en waarschijnlijk ook kijkend naar de bezoeker. Daar kom ik dan als echte biker in volle motorkleding aan lopen. Te duur voor mij. Ik kijken verder en zie op de kaart iets verder een goedkoper hotel. Een belletje laat me weten dat de prijs oke is en dat er ook een kamer vrij is. Dus hup weer op de motor en ernaar toe. Om kwart over 7 parkeer ik de motor in Arlon. 

Het is maandag en na een ontbijtje hang ik mijn tas weer op de motor, krap het ijs van het zadel en ruitje af en ga richting Venlo. Hier heb ik afgesproken bij dr Jekill and mr Hyde, de mannen van de speciale uitlaten. Zij laten mij een demo exemplaar zien van hun versie voor de Pan America. Ik luister naar de verschillen tussen standaard, die van mij, de Screanin' Eagle versie van Harley-Davidson en hun versie. De J&H versie heeft hun kenmerkende klep in de uitlaat en het geeft een prachtig geluid, wat je dus ook kan dempen. Ik mag op hun Pan America een stuk rijden en ik krijg nog even een rondtoer door Venlo met als afsluiter een stuk offroad rijden. Mijn Pan America heeft hele gladde banden dus dat losse zand vind ik net echt fijn. Maar Peet geeft even een mooie demonstratie!

Om half 6 parkeer ik de Pan America achter in mijn tuin. De kilometerstand staat op 15.555 kilometer. Deze 13 dagen waren in totaal 4875 kilometer, en wat heb ik genoten.

 

Foto gallerij

MichielsHarley

de Harley rijder